top of page
  • Facebook
  • Instagram
  • YouTube
< Back

Aal (Paling)

Anguilla anguilla

Recognition

Aal (Anguilla anguilla) behoort tot de familie van de alen (Anguillidae). De soort heeft een langgerekt, slangachtig lichaam. Gedurende de levenscyclus verandert het uiterlijk. De in zee levende larven hebben de vorm van een wilgenblad en zijn doorzichtig. Bij de kusten aangekomen transformeren de circa 8 centimeter lange larven tot aaltjes die in eerste instantie nog doorzichtig zijn (glasaal). De in zoetwater en langs de kusten opgroeiende alen (rode aal) hebben een zwarte tot groen bruine rug en een witte buik. De naar zee trekkende volwassen aal (schieraal) heeft zilverwitte flanken en grotere ogen. Vrouwelijke dieren kunnen tot 118 centimeter groot worden, de mannetjes worden doorgaans niet groter dan 50 centimeter. De aal is te onderscheiden van de prikken doordat laatst genoemde ronde kieuwopeningen en een mondschijf (bij volwassen exemplaren). Meervallen, kwabaal, bermpje en modderkruipers hebben bekdraden.

Habitat

Aal komt in heel Europa voor in kustgebieden en zoete wateren die bereikbaar zijn vanuit zee. In zoet water komt de soort voor in rivieren, beken, meren, plassen, kanalen en sloten. In Nederland is de soort ten behoeve van de beroepsvisserij ook uitgezet in van de zee afgesloten wateren. Het paaigebied ligt in de Sargassozee.

Distribution map

bottom of page